Een grachtenpand is een huis aan de gracht, en is over het algemeen oud. Meestal zijn de huizen hoog, smal en diep omdat de belasting werd geheven op grond van de breedte van de gevel. Grachtenpanden hadden meestal een kelder en een pakzolder, waar handelsvoorraad kon worden opgeslagen. Op de zolder was een hijsinstallatie of een speciale balk bevestigd om goederen op te takelen. Deze hijsinstallaties zijn bij veel grachtenpanden nog in tact. Aan de achterzijde van een grachtenpand bevindt zich vaak een tuin, die meestal doorloopt tot halverwege de achterliggende gracht, maar soms ook helemaal tot aan het achterliggende huis. De meeste grachtenpanden zijn in de eerste helft van de 18e eeuw uitgebroken om meer ruimte te creëren of de interieurs aan te passen aan de laatste mode. Omdat de panden in de loop der eeuwen diverse malen zijn verbouwd, komen naast elkaar veel verschillende architectuurstijlen en gevels voor. Je ziet een afwisseling van trapgevels, halsgevels, klokgevels en lijstgevels.